Preventie en integriteitsbeleid

Preventie- en integriteitsbeleid

Algemeen

Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht (SOJS) is van mening dat wanneer er activiteiten aan kinderen aangeboden worden, wij ook de zorg hebben voor het creëren van een veilige omgeving. SOJS wil de (vrijwillige) medewerkers en bezoekers een veilige omgeving aanbieden door actief beleid te voeren op het voorkomen van ongewenst gedrag. Om dit te kunnen waarborgen hebben wij een preventie- en integriteitsbeleid opgesteld.

Preventie- en integriteitsbeleid

SOJS maakt gebruik van een preventie- en integriteitsbeleid voor alle (vrijwillige) medewerkers. Hier vallen de volgende punten onder:

  1. Gedragscode
  2. Vertrouwenspersoon
  3. Meldprotocol
  4. Aanstellingsbeleid nieuwe vrijwilligers 

Gedragscode

Een gedragscode is een document waarin de richtlijnen staan beschreven voor de omgang tussen (vrijwillige) medewerkers en kwetsbare mensen, zoals kinderen. SOJS maakt gebruik van een afgeleide van de modelgedragscode ‘In veilige handen’ die door Vereniging NOV is opgesteld (bijlage 1). 

Als een (vrijwillige) medewerker wordt aangesteld zal de gedragscode worden ondertekend.

Een ondertekende gedragscode kan in geval van seksueel grensoverschrijdend gedrag helpen in een juridisch (strafrechtelijk of tuchtrechtelijk) traject. 

Vertrouwenspersonen

Bij een vertrouwenspersoon kunnen vrijwilligers, medewerkers, ouders of deelnemers terecht met vragen of twijfels. Binnen SOJS hebben wij ervoor gekozen om twee vertrouwenspersonen aan te stellen, namelijk onze combifunctionarissen sport en cultuur Michael Groen en Marloes Vriens. Indien gewenst kan ook met het bestuur van SOJS contact worden opgenomen via bestuur@sojs.nl.

Michael

michael@sojs.nl

06 82593031

Marloes

Marloes@sojs.nl

06 83031593

Meldprotocol

SOJS heeft vaste afspraken gemaakt over het melden van seksueel ongewenst gedrag. Hieraan dient iedereen zich te houden. In bijlage 2 is het meldprotocol weergegeven. 

Aanstellingsbeleid nieuwe vrijwilligers

Om vrijwilliger te worden bij SOJS wordt er altijd voorafgaand een intakegesprek gevoerd. Tijdens dit gesprek wordt er gekeken naar de geschiktheid van de kandidaat om met een kwetsbare doelgroep te werken. Ook zal in dit gesprek duidelijk besproken worden wat wel en niet kan binnen de organisatie. Bij een positieve uitkomst van het intakegesprek dient de kandidaat de gedragscode te lezen en te ondertekenen. Ook dient de kandidaat een VOG te overhandigen indien de kandidaat 18 jaar of ouder is en met kwetsbare mensen gaat werken. Na het positief afsluiten van bovengenoemde punten mag SOJS een nieuwe vrijwilliger verwelkomen. 

Voor het opstellen van het preventie- en integriteitsbeleid voor SOJS is gebruik gemaakt van de website ‘In veilige handen’ wat opgesteld is door Vereniging NVO (https://www.inveiligehanden.nl).

Bijlage 1 – Gedragscode (vrijwillige) medewerkers SOJS

Veel grenzen in het contact tussen (vrijwillige) medewerkers en minderjarige deelnemers aan de activiteiten van de Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht (SOJS) zijn niet eenduidig. Het ene kind wil even op schoot zitten als het troost zoekt, het andere kind heeft behoefte aan een aai over de bol en weer een ander kind vindt het niet prettig om aangeraakt te worden. Hierover kunnen nooit exacte grenzen worden afgesproken die voor alle kinderen en in alle situaties gelden. Dat is maar goed ook, want voor veel kinderen is dichtbijheid en lichamelijk contact een voorwaarde om te groeien. Maar er is wel één heel duidelijke grens en dat is de grens dat seksuele handelingen en contacten tussen (jong)volwassen medewerkers en minderjarigen, die bij ons komen, absoluut ontoelaatbaar zijn!

Daarom hebben wij als vereniging/stichting voor al onze (vrijwillige) medewerkers een gedragscode opgesteld. De gedragscode bestaat uit twee delen: regels die bijdragen aan een open, transparante en veilige omgeving voor kinderen én (vrijwillige) medewerkers en de omschrijving van seksueel grensoverschrijdend gedrag die het uitgangspunt is van het tucht- en sanctiebeleid dat door de organisatie wordt gevoerd. Wanneer je bij ons komt werken, als vrijwilliger, stagiair(e) of als betaalde kracht, vragen wij je deze gedragscode te ondertekenen. Hiermee verklaar je dat je de gedragscode kent en volgens de gedragscode zult handelen.

De gedragsregels voor(vrijwillige) medewerkers

1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de minderjarige zich veilig en gerespecteerd voelt.

2. De begeleider onthoudt zich ervan de pupil te bejegenen op een wijze die de minderjarige in zijn waardigheid aantast.

3. De begeleider dringt niet verder door in het privéleven van de minderjarige dan functioneel noodzakelijk is.

4. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van seksuele benadering en misbruik ten opzichte van de minderjarige. Alle seksuele handelingen, handelingen, contacten en –relaties tussen begeleider en minderjarige tot 16 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel grensoverschrijdend gedrag.

5. De begeleider mag de minderjarige niet op zodanige wijze aanraken, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden.

6. De begeleider zal activiteiten en dergelijke zeer terughoudend en met respect omgaan met minderjarigen en de ruimtes waarin zij zich bevinden.

7. De begeleider heeft de plicht de minderjarige naar vermogen te beschermen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel grensoverschrijdend gedrag en zal er actief op toezien dat de gedragscode door iedereen die bij de minderjarige is betrokken, wordt nageleefd.

8. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel grensoverschrijdend gedrag, is hij verplicht hiervan melding te maken bij de daarvoor door het bestuur aangewezen personen.

9. De begeleider krijgt of geeft geen (im)materiële vergoedingen die niet in de rede zijn.

10. In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaalde gedragingen ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest van de gedragscode te handelen en zo nodig daarover in contact te treden met een door het bestuur aangewezen persoon.

Omschrijving seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen en sanctiebeleid

Onder seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen verstaan wij: Elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non-verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren; en / of plaatsvindt binnen een ongelijke machtsverhouding (volwassene-kind e.d.); en / of andere handelingen of gedragingen die strafbaar zijn volgens het Wetboek van Strafrecht.

Gedragingen die volgens de bovenstaande omschrijving vallen onder seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen, kunnen worden gesanctioneerd door een tuchtrechtprocedure waarin hoor en wederhoor zal plaatsvinden. De sancties bestaan uit het voor korte of langere tijd uitsluiten van vrijwilligerswerk met minderjarigen door persoonsgegevens in een centraal register op te nemen.

Seksueel grensoverschrijdende gedragingen met minderjarigen waarvan het bestuur oordeelt dat deze vallen onder het Wetboek van Strafrecht, zullen bij politie/justitie worden gemeld.

Ondertekening gedragscode op datum

Naam vrijwilliger Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht

Handtekening vrijwilliger Handtekening SOJS

Bijlage 2 – Meldprotocol SOJS

Dit protocol beschrijft hoe je moet handelen bij situaties waarin sprake is van (vermoedens van) seksueel misbruik/ ongewenst gedrag en hoe en bij wie deze gemeld moeten worden.

Het protocol biedt bescherming aan de melder/degenen die naar het protocol handelen, aan het vermoedelijke slachtoffer en aan degene die beschuldigd wordt. Het protocol geeft ook een verplichting: te handelen op de vastgelegde manier.

Het protocol heeft betrekking op het contact tussen begeleiders (al diegenen die met kinderen/jongeren tot 18 jaar werken/in aanraking komen) en pupillen en op grensoverschrijdende contacten tussen pupillen onderling.

Naast dit meldprotocol is er een klachten- of tuchtprocedure die in werking kan worden gezet na een melding. Ook kan melden leiden tot aangifte wanneer er sprake is van een (vermoeden) van een strafbaar feit. Verder kan melding leiden tot (voorlopige) maatregelen ten opzichte van de beschuldigde.

Het bestuur is verantwoordelijk om op een zo zorgvuldig mogelijk en objectieve wijze met elke melding om te gaan.

Indien nodig zal het bestuur dan ook een beroep doen op in- of externe deskundigen.

Wat is seksueel misbruik?

Wat zegt de wet?

De Nederlandse wetgeving geldt voor iedereen en ook voor gebeurtenissen die zich binnen dan wel buiten Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht (SOJS) afspelen. In het Wetboek van Strafrecht, boek II, titel XIV ‘misdrijven tegen de zeden’ stellen diverse wetsartikelen bepaalde seksuele gedragingen strafbaar. Deze zijn ook SOJS allen van kracht. Eén wetsartikel 249 willen we hier met name noemen:

“Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vierde categorie”.

Een jeugdlid is aan de zorg en waakzaamheid van onze stichting toevertrouwd. Dit artikel is dus onverminderd van kracht op al diegenen die jeugdleden begeleiden.

Definitie

Er bestaan vele uitingsvormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Sommige gedragingen zijn door het duidelijk (strafbare) seksuele karakter niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Maar bij sommige gedragingen kunnen vloeiende overgangen bestaan tussen wat je wel en wat je niet als seksueel/ongewenst kunt typeren. Als criterium kan worden gehanteerd of het welzijn van het kind en zijn lichamelijke en psychische integriteit in het geding zijn.

Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn de ‘gevoelens van het jeugdlid’ en niet de ‘gedachten of bedoelingen van de volwassene’ bepalend. En hetgeen is verwoord in de zedenparagraaf van het Wetboek van Strafrecht. 

Wij richten ons op de preventie van seksueel misbruik binnen onze organisatie. Een breder begrip is seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daaronder vallen ook gedragingen die leiden tot seksueel misbruik, of het scheppen van een klimaat waarin misbruik gedijt. We hebben een gedragscode ontwikkeld die elk seksueel grensoverschrijdend gedrag buiten de orde verklaart. In het tuchtrecht, de gedragscode en andere semi-juridische documenten gebruiken we deze term. De definitie van seksueel grensoverschrijdend gedrag luidt:

Elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non-verbale, digitale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren; en/of plaatsvindt binnen een ongelijke machtsverhouding (volwassene-kind, e.d.); en/of andere handelingen of gedragingen van een soortgelijke aard als die strafbaar zijn gesteld in het Wetboek van Strafrecht.

Om welke gedragingen gaat het?

In de gedragscode staat duidelijk verwoord welke gedragingen niet zijn toegestaan. Enkele voorbeelden:

• alle seksuele contacten met kinderen tot 18 jaar;

• een seksueel/erotisch geladen sfeer scheppen (ook via afbeeldingen, post, telefoon, sms, e-mail, internet);

• intieme relaties tussen jeugdleden en begeleiders;

• ongewenste aanrakingen.

Signaleringstaak medewerkers

Alle medewerkers hebben een taak in het signaleren van (vermoedens van) seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag.

We verwachten dat zij niet alleen de grovere vormen serieus nemen, maar ook de zogenaamde ‘kleinere’ grensoverschrijdingen. Deze komen het meest voor en zijn vaak een signaal voor een klimaat waarin ernstigere vormen meer kans kunnen krijgen.

Wanneer je mildere vormen van grensoverschrijdend gedrag signaleert, verwachten we dat je de betreffende perso(o)n(en) daarop aanspreekt en corrigerend optreedt.

Meldplicht bij (vermoedens/signalen) van seksueel misbruik

Iedereen die seksueel misbruik vermoedt, of erover hoort, is verplicht dit te melden bij door het bestuur daarvoor aangewezen personen Michael Groen en Marloes Vriens.

Wanneer (vrijwillige)medewerkers twijfelen over de ernst of het terecht zijn van een vermoeden, geldt een consultatieplicht bij een vertrouwenspersoon die zij om advies kunnen vragen.

Indien (vrijwillige)medewerkers (vermoedens van) seksueel misbruik direct uiten bij hun vertrouwenspersoon, gaat deze niet zelf tot handelen over, maar schakelt het bestuur in.

De meldplicht overstijgt alle andere belangen die in het geding zouden kunnen zijn, zoals de wens tot geheimhouding bij het slachtoffer.

Het is niet aan medewerkers om aan waarheidsvinding te doen, dit kan een eventueel juridisch traject verstoren.

Let wel: een melding is géén beschuldiging! Na een melding wordt zorgvuldig en objectief onderzocht wat er aan de hand is. Er is oog voor zowel de privacy en belangen van het vermoedelijke slachtoffer als die van de beschuldigde.

Het bestuur laat zich desgewenst adviseren door (externe) deskundigen over verdere handelwijzen:

• gesprek met beschuldigde;

• informatief gesprek met de politie;

• instellen calamiteitenteam;

• in gang zetten meldprocedure;

• aangifte bij politie;

• voorlopige maatregelen t.a.v. de vermoedelijke pleger/beschuldigde;

• veiligstellen en opvang van het slachtoffer;

• informatie aan betrokkenen;

• nazorg.

Voorlopige zwijgplicht na een melding

Naast de meldplicht geldt een voorlopige zwijgplicht voor het bestuur, de melder en medewerkers binnen de organisatie ten opzichte van derden. Natuurlijk kunnen deze betrokkenen zich wel uiten bij de vertrouwenspersoon.

Een voorlopige zwijgplicht is nodig zodat er niet meer personen bij een zaak worden betrokken dan voor een zorgvuldige behandeling noodzakelijk is. Er moet worden voorkomen dat geruchten ontstaan en iemand al bij voorbaat als ‘schuldig’ wordt bestempeld. De zwijgplicht is ook belangrijk om te zorgen dat een eventuele strafrechtelijke procedure niet wordt belemmerd.

Hoe te handelen bij vermoedens of feiten rond seksueel misbruik

Er zijn vele signalen die op seksueel misbruik kunnen duiden, maar het belangrijkste signaal is misschien wel: ik heb het gevoel dat er iets niet klopt.

Ga bij jezelf het volgende na en probeer alleen feiten te benoemen:

• Wanneer begon de ongerustheid? Waardoor? Wat is er precies gebeurd?

• Om welke signalen gaat het? Wanneer doen ze zich voor?

• Zijn er geleidelijke of plotselinge gedragsveranderingen? Hoe lang is dit al aan de hand?

Het kan ook zijn dat een jeugdlid je spontaan vertelt over het misbruik, een ouder zijn zorgen naar je uitspreekt, of dat je het zelf ter plekke constateert.

DOEN

• Zorg voor de veiligheid van het kind/de jongere.

• Als je iemand op heterdaad betrapt:

– Laat het slachtoffer niet alleen;

– Meld het onmiddellijk aan de leidinggevende of degene die bereikbaarheidsdienst heeft voor calamiteiten;

– Als de situatie bedreigend is: bel 112 zodat de politie kan ingrijpen;

– Laat de toestand zoveel mogelijk onaangeroerd in verband met eventueel sporenonderzoek. Bel de zedenpolitie (112), meld waarover het gaat en vraag om instructies.

• Stel zo weinig mogelijk vragen. Luister en stel het kind op zijn/haar gemak.

• Schrijf alles zo letterlijk en feitelijk mogelijk op, ook de vragen die je hebt gesteld.

• Vertel dat je verplicht bent het verhaal aan het bestuur te melden, maar dat er geen stappen buiten medeweten van het slachtoffer om worden genomen.

• Meld het vermoeden direct bij het bestuur. Bij twijfel, consulteer de vertrouwenspersoon.

• Verwijs de persoon desgewenst naar een vertrouwenspersoon.

• Licht zo snel mogelijk de leidinggevende in over de situatie.

• Blijf beschikbaar voor het kind/de jongere en blijf de normale begeleiding bieden.

LATEN

• Handel nooit op eigen houtje!

• Hoor het vermoedelijke slachtoffer niet uit. Het uithoren van het vermoedelijke slachtoffer en/of het spreken met contactpersonen van het vermoedelijke slachtoffer kan een eventueel juridisch traject verstoren. Het is niet aan de medewerker om aan waarheidsvinding te doen!

• Neem bij een vermoeden nooit zelf contact op met de vermoedelijke pleger, ook niet als het een collega is. De beste manier om het misbruik te stoppen en aan te pakken, is een objectief en een officieel onderzoek.

• Denk aan de (voorlopige) zwijgplicht!

• Beloof nooit geheimhouding, ook niet wanneer een slachtoffer erom vraagt.